Kattenvolk

Toen we naar Brakestein verhuisden, kwamen onze oude kater Titus, en kattenmoeder en -zoon Aagje en Lammert mee. Van een Haarlemse achtertuin naar het open land rond Brakestein, het was even wennen voor ze. Toen vonden we een verlaten jonkie (Klaas) in een van de schuren op het erf. Klaas, nog geen zes weken oud, werd door Titus liefdevol geadopteerd. En later kwam zwarte zwerfbuurtkater Fred (zo hebben we ‘m maar genoemd, naar de 18de-eeuwse buurman Frederik Roosenboom die op Rozenhout woonde) regelmatig een hapje mee-eten.

Er hebben waarschijnlijk altijd katten op Brakestein gewoond, maar de eerste waarvan we het zeker weten zijn die van Marie Keijser. In haar fotoalbum staan niet alleen veel mensen, maar vooral ook heel veel poezen. En niet ergens in een hoekje van het beeld, maar echt als fotomodel, zoals op de bovenstaande foto. De Keijsers waren duidelijk kattenliefhebbers. Eén van die katten heeft een aandenken nagelaten: in de betonnen drempel van de poort achter het huis staat zijn of haar pootafdrukje.

Maar ook in de tijd van de familie Breen waren er altijd poezen in de buurt. Ze deden nuttig werk: ze hielden de muizen op afstand. Van mevrouw Breen kregen ze verse melk en koude aardappelen – het vlees moesten ze zelf bij elkaar jagen.

De natuurorganisaties op Texel hebben alarm geslagen: de katten op het eiland vangen zeldzame weidevogels en woelmuizen en daarom zou je ze binnen moeten houden. Onze katten hebben zeker weleens een spreeuwenjong gepakt, en we vinden vaak genoeg muizenlevertjes – de rest van de muis is dan toch met huid en haar verorberd. Maar eerlijk gezegd maken de kauwen die hier massaal rondhangen veel meer slachtoffers. Tientallen leeggepikte merel- en spreeuweneieren zijn het bewijs, en als je ze boven de weilanden met gruttonesten ziet cirkelen, hou je je hart vast. Kraaien steriliseren: als dat nou eens zou kunnen…

Titus ligt intussen (helaas) begraven onder een oude boom. Roodwitte Klaas en zwartwitte Lammert hebben een nieuwe hobby: als er mensen over het wandelpad rond de tuin lopen, gaan ze als volleerde tuinrondleiders – staart in de lucht – voorop. Ze zijn alleen niet zo tekstvast, dat is een minpuntje.