Meer over Brakestein

Detail van de kaart van Jan van Scorel (ca. 1550) met de Hoge Berg en daarachter enkele huizen op de oostelijke helling.

Brakestein is een Texelse buitenplaats. Al in de 17de eeuw werd op deze plek een huis gebouwd. In de loop van de eeuwen werd het aangepast, gedeeltelijk gesloopt, herbouwd en verbouwd. In het grondplan van het huidige huis en de ernaast gelegen tuin is de 17de-eeuwse situatie nog goed te herkennen.

Van Braeck tot Den Berger: zes generaties in de familie
Adriaan Jansz Smit, schepen van Den Burg, kocht in 1661, op 14 maart, een ‘huis en huiskoog’ bij de put op de Hoge Berg. De put was toen al een drukbezochte plek. In 1618 hadden de Texelaars toestemming gekregen voor het graven van een sloot ‘gelegen aan de banne van de Waddel en Oostergeest’ vanaf ”t Schild’ tot aan de Hoge Berg. De vrijgekomen grond kon dienen om een ‘bekwaam’ voedpad van te maken. Dat was het begin van de Skilsloot en het Skillepaadje. Adriaan Smit had het huis niet meer dan zeven jaar in zijn bezit. In 1668 ging hij failliet, en kocht zijn schoonzoon Jan Pietersz Braeck het huis en de grond van zijn schoonvader. Jan Pietersz Braeck, kapitein-geweldige van de Admiraliteit van Amsterdam en biersteker op Texel, was getrouwd met de Texelse Annetje Smit. In de jaren dan Jan Pietersz Braeck het huis in bezit had, liet hij het verfraaien en werd een geometrische tuin aangelegd met boomgaard en een moestuin binnen een tuingracht of ‘vijver’. Deze vorm heeft de tuin ruim drie eeuwen gehouden.
In 1677 wordt er een hypotheek op het huis gevestigd. De schuldeiser is Adriaan Bras. Zes jaar later, in 1683, overlijdt Bras en wordt het huis verkocht aan een zekere Gerrit Barmentlo, die er op dat moment woont. In de verkoopakte wordt het zo omschreven: ‘een huis, staande bij de Pedt onder Hoogeberg, zijnde twee woningen, genaamd Braecken Stee met een beplanten Boomgaert, Tuijn ende vijver’. Gerrit Barmentlo is zaakgelastigde van de Admiraliteit van Amsterdam. Zijn dochter Zara trouwt met Adriaen Braak, zoon van Jan Pietersz Braeck. Zo komen het huis en de tuin na het overlijden van Gerrit Barmentlo weer terug bij de familie Braeck.
Als Adriaen Braak, bevelhebber van een oorlogsschip, in 1706 sneuvelt en zijn weduwe in 1711 met haar twee zoons Gerrit en Jan Braak van Texel vertrekt, ontfermt Pieter Braak zich over de buitenplaats. Pieter is getrouwd met Helena de Hubert en samen krijgen zij zes kinderen. Anna, de oudste dochter van Pieter, trouwt in 1737 met haar neef Jan, die weer op Texel komt wonen.
Jan en Anna Braak wonen vanaf hun huwelijk samen op Brakestein, waar Jan was geboren en Anna deels was opgegroeid. Elf jaar later overlijdt Jan, en blijft Anna alleen met haar drie kinderen achter: Sara, Adriaan en Pieter. Over Anna is veel geschreven. We zullen op een andere plaats uitgebreider stilstaan bij haar leven en nalatenschap.
Ook Anna vertrekt van Texel – ze overleeft al haar kinderen – en verkoopt eerst het land (in 1776) en vervolgens de buitenplaats (in 1786) aan Leendert den Berger. Ook hier is weer een directe familierelatie: Leendert is de zoon van Matthijs den Berger en stiefzoon van Anna’s zusje Nanna.

Plattegrond van de buitenplaats Brakestein (ca. 1790) met links de moestuin, in het midden de boomgaard en rechts het huis. De tekening is van I.H. Koch.

Leendert den Berger, die net als zijn vader landmeter en opziener van ’s lands werken is, trouwt met Antje Zuidewind. Zij komen in 1786 op Brakestein wonen. In die tijd worden het huis en de tuin flink opgeknapt. Bezoekers uit die tijd roemen de bijzondere inrichting van mijnheer Den Berger, en de schitterende tuin met vruchten waarvan Texel-beschrijver Van Cuyck zegt: ‘ik heb er nergens in groter overvloed gezien, en in geur en smaak geene betere gegeten’.
In 1802, na het overlijden van Leendert en Antje, erft hun zoon Matthijs Leendertsz den Berger de buitenplaats. Matthijs, de derde generatie landmeter, trouwt met Annaatje Vlaming.

Brakestein in 1814

Ze wonen op Brakestein tot zij in 1830 overlijdt, en hij een jaar later. In 1831 wordt de nalatenschap van Matthijs en Annaatje geveild. Hij bestaat uit verschillende huizen, veel land, en een huis vol spullen. Tientallen Texelaars gaan met een meubelstuk, tafellaken, boek of schilderij naar huis. Jacob Pietersz en Gerbrig Dijksen worden de nieuwe eigenaren van Brakestein.

Van Dijksen tot Vreede: vijf generaties in de familie
De Dijksens behoren tot een rijke boerenfamilie. In 1866 erft hun dochter Trijntje het huis. Trijntje is getrouwd met Simon Sijbrandsz Keijser. De Keijsers wonen niet op Brakestein, maar in Den Burg.

Brakestein 1848

In deze periode wordt het huis ernstig verwaarloosd. De historische wanden en de wandschilderingen worden aangevreten door muizen en ratten, die er sowieso al vorstelijk wonen omdat Keijser de kamers gebruikt als graanopslag. Twintig jaar later overlijdt Simon Keijser en wordt zijn dochter Margaretha eigenaar van Brakestein. Margaretha is getrouwd met Stephanus Everts. Ze wonen niet op Texel maar in Den Haag, want Everts is een belangrijke ingenieur die snel carrière maakt. Margaretha’s achterneef Cornelis Keijser bewoont het huis. Hij is de ‘rentmeester’ van de familie Everts, die behalve Brakestein nog veel meer grond en boerderijen bezit.
In 1895 is Brakestein zo vervallen dat het eigenlijk rijp is voor de sloop. De andere Texelse buitenplaats, Rozenhout, heeft al eerder datzelfde lot ondergaan. Kennelijk waren deze oude, grote huizen op het platteland geen aantrekkelijke woonplaats. In de loop van de eeuw waren er al onderdelen uit het huis verwijderd en verplaatst. Het rijkbeschilderde ‘Warmoesportaal’ en het ‘witte portaal’ zijn onderdeel geworden van het interieur van twee voorname huizen in Den Burg: Weverstraat 15 en 17. Dat geldt ook voor een marmeren vloer (die ging naar Weverstraat 15) en voor vier geschilderde behangsels die mogelijk de vier seizoenen uitbeeldden.
Maar gesloopt wordt het huis niet – althans, niet helemaal. De 18 meter brede voorgevel wordt verkleind tot 12 meter, en de aangebouwde stolpboerderij en achterhuis gaan tegen de vlakte, maar van de rest van het huis blijven de gevels en binnenmuren grotendeels staan.

Brakestein ca. 1900

Een flinke stolpschuur verrijst naast het huis. In 1896 is de verbouwing klaar. Cornelis Keijser blijft er nog tien jaar wonen. In 1906 verhuist hij naar Den Burg en neemt zijn knecht (en latere schoonzoon) Pieter Swama zijn intrek op Brakesten. De familie Everts bezoekt het eiland regelmatig, en logeert dan in het huis.

In 1926 vinden de eigenaren het tijd voor weer een verbouwing: het dak wordt vervangen, er komen dakkapellen en slaapkamers op de eerste verdieping, en de bijkeuken wordt aangebouwd. De oude – originele – gootsteen verhuist van de keuken naar de bijkeuken en er komt een moderne binnen-wc. Tegen de buitenmuur van de bijkeuken wordt een carbidtoren gebouwd die gas produceert voor de verlichting in huis.

Twee jaar na de verbouwing overlijdt Everts en wordt zijn dochter Johanna eigenaar. Zij was getrouwd met Mattheus Vreede, en ook zij woont aan de overkant. Pieter Swama wordt na het overlijden van Cornelis Keijser de rentmeester van de bezittingen van mevrouw Everts. Elk jaar komen de eigenaren op bezoek. In 1955 komt er een nieuwe familie op Brakestein wonen: Paulus Breen en zijn vrouw Grietje.

Als Paulus wat ouder wordt volgt zijn zoon Evert hem op. In 1971 overlijdt Johanna Everts. Haar drie kinderen erven haar bezittingen. In 1990 verkopen zij Brakestein aan Benno Beuving en Piet van der Star. Beuving gaat in het huis wonen en Van der Star vestigt een veebedrijf op het achtergelegen erf. 

http://www.brakestein-texel.nl/wp-content/uploads/2021/08/bouwhistorisch-onderzoek-2019-1.pdf