Sleuven in de gracht

Om de tuin van Brakestein loopt een brede sloot. We noemen hem ‘gracht’, maar je zou ook van een enorme greppel kunnen spreken. Als het veel geregend heeft staat er een laagje water in, maar in de hitte van de afgelopen zomermaanden was de bodem zo droog dat je er gewoon over kon lopen.

Op de 18de-eeuwse plattegrond van Brakestein staat de tuingracht ingetekend, en ook op de kadasterkaarten van vlak daarna. Zoals het er toen uitzag, ligt het er eigenlijk nog steeds bij. Volgens de tekening én in het echt is de gracht op sommige plekken wel zeven meter breed. Ook de vorm – een rechthoek met een hap eruit – klopt helemaal. Afgezien van het stuk bij de ingang van de tuin, want daar is de gracht rond 1900 gedempt.

Dat de gracht al in de 17de eeuw is aangelegd, blijkt uit de aktes die we hebben bekeken. In 1683 wordt bij de verkoop van het perceel gesproken van een ‘huis, tuin en vijver’, en even later van een ‘tuin in zijn vijver’, wat erop wijst dat met die ‘vijver’ de singelgracht bedoeld is.

Op een mooie maandag komen tuinhistorici Juliet en Carla Oldenburger kijken. Zij weten alles over historische tuinen en buitenplaatsen en ze hebben zich in onze tuin verdiept. Hun eerste reactie is: deze tuin is écht oud, en de originele structuur is nog grotendeels intact! De week erna komen de mannen van Tatenhove met een graafmachine om vijf dwarsdoorsnedes door de gracht te graven.

Archeoloog Michiel Bartels komt erbij en ook detectorspecialist Paul Dekker uit Den Hoorn. Qua vondsten (munten, sieraden en andere schatten) valt het tegen. Maar wat heel erg meevalt is dat er onder de 60 centimeter dikke humuskorst in de gracht water blijkt te staan.

Hopelijk betekent het dat we straks in de leeggeschepte gracht zonder al te veel moeite water kunnen krijgen. Maar voordat we zo ver zijn, gaan de Oldenburgers aan de slag met hun onderzoek naar de geschiedenis van de tuin. We kijken uit naar de resultaten!