Speurtocht

“Doen jullie soms een speurtocht?” Ongezien door Oudeschild lopen is er niet bij; terwijl we met een A4-tje in onze handen de trap aan het eind van de Heemskerkstraat beklimmen draait buurman Jan van der Star het raampje van zijn bestelbus open.

uit de collectie van het Noord-Hollands Archief, Haarlem

We hebben dan al uitgebreid stilgestaan op de hoek van de Heemskerkstraat en het Mieland. De aanleiding is een tekening die o.a. in Boerenbouwkunst op Texel staat als vroegste illustratie van Texelse schapenboeten. Op de achtergrond zie je middenop de Hoge Berg het Hoogerhuis, rechts de toren van Den Burg en links een paar gebouwen met wat bosjes ernaast. Is dat Brakestein?

Als dat zo is, dan hebben we de oudst bekende tekening van Brakestein in handen. Spannend idee, maar natuurlijk wel iets om te verifiëren. En daarom staan we op de dijk bij de haven, ons voor te stellen dat we door alle huizen heen kunnen kijken en dat het bossie op de Hoge Berg er nog niet is.

We laten Jan de tekening zien, en hij ziet het ook wel voor zich. Die ene boet kan van de Kolk zijn, en die andere meer rechts is misschien de boet aan de Laagwaalderweg. En de huizen onderaan de Hoge Berg staan dan ongeveer waar nu meubelmakerij Tromp zit.

De tekening is gemaakt ‘naar het leven’, zoals het bijschrift meldt. De tekenaar is bekend: Hendrik de Leth. Deze jonge Amsterdamse kunstenaar (en later graveur, kartograaf en kunsthandelaar) zou beroemd worden door zijn prenten van voorname huizen en gebouwen in Amsterdam en landgoederen in Kennemerland. Hij bezocht Texel, mogelijk meer dan ééns. Een gezicht op de Rede van Texel is gedateerd 1728. Onder de tekening van de Hoge Berg lijkt (het is moeilijk te lezen) 1727 te staan.

En al is er op de tekening heel wat aan te merken (het is allemaal wel erg schetsmatig, het perspectief is vreemd, en zou het drassige Mieland inderdaad vol tuinwallen hebben gestaan?), we zijn er na onze speurtocht van overtuigd dat we hier een tekening van Brakestein hebben. Het huis en de schuur met daarvóór een gebouwtje (het Huis aan de Put?) en links de tuin.

Je gaat het pas zien als je het doorhebt – dat is het motto van de kunstrubriek van Wieteke van Zeil in de Volkskrant, naar een beroemd gezegde van Johan Cruyff. En  zo werkt het inderdaad. De tekeningen van De Leth hebben we vaak genoeg bekeken, maar Brakestein zagen we pas toen we het doorhadden.